Brandweervrijwilligers niet uitgeblust
PolitieHILVERSUM – De Hilversumse brandweervrijwilligers zijn zeker niet uitgeblust. Dat verzekert Annemieke Bloemendaal, clusterhoofd Preparatie en Incidentbestrijding bij Brandweer Gooi en Vechtstreek. Hun rol wordt wel anders, omdat zij binnenkort niet langer het tweedelijnsvoertuig bemannen. "Wij willen gebruik blijven maken van hun vakbekwaamheid, want zij blijven een essentiële rol spelen bij de brandweer."
Zeker is dat de 22 vrijwilligers die de Hilversumse brandweer heeft van de tankautospuit gaan. Dinsdagavond is duidelijk geworden dat dat stopt per 1 juli. Over de invulling van de vrijwilligerswerkzaamheden zijn gesprekken gevoerd met de brandweertop.
Getraind
Dat zij voortaan ver bij branden vandaan blijven, wijst Bloemendaal naar het land der fabelen. Zij zegt goed te begrijpen dat brandweervrijwilligers willen assisteren bij het blussen van een brand. Daar zijn zij immers ook op getraind. Hier geen gebruik meer van maken is zonde van de kwaliteiten.
Dekkingsplan
Onomstotelijk staat vast dat de vrijwilligers een andere invulling krijgen nu zij van de tankautospuit gaan. Dat dit gebeurt, zit er al even aan te komen. Twee jaar terug is het nieuwe dekkingsplan aangenomen.
Snelste hulp
Doordat de brandweer nu kijkt welk voertuig het snelst bij het incident kan zijn en niet langer kijkt naar de gemeentegrenzen, zijn nut en noodzaak te komen vervallen voor het tweedelijnsvoertuig van de vrijwilligers in Hilversum. De uitruk is regionaal, waarbij geldt dat inwoners recht hebben op de snelste hulp.
VBV
Deze mededeling voor de brandweervrijwilligers was geen fijne, zo realiseert Bloemendaal zich goed. In eerste instantie was er veel verzet tegen dit plan en kwam ook het beeld naar voren dat zij niet meer mochten helpen bij branden en incidenten. Kritiek kwam er ook van de Vakbeweging Brandweer Vrijwilligers (VBV).
Loep
De belangenbehartiger vindt de herijking van de Hilversumse vrijwilligers maar niets. Als er iets onder de loep gehouden moet worden dan zijn het de brandweerleiding en het bestuur zelf, zo luidt hun mening.
