Wethouders Wimar Jaeger en Floris Voorink komen met een experiment op de Kerkbrink. Dat wordt een regelvrije zone.
Wethouders Wimar Jaeger en Floris Voorink komen met een experiment op de Kerkbrink. Dat wordt een regelvrije zone. Foto: Bastiaan Miché

Experimenteren met het centrum van Hilversum

HILVERSUM – Alles mag en alles kan. Regels gelden tijdelijk niet meer. Het is aan de ondernemers, bewoners, Museum Hilversum en de gebruikers van de Kerkbrink zelf wat zij met hun plein willen. Hilversum wil hier een experiment met een regelvrije zone invoeren. Dat is een van de ideeën die het gemeentebestuur onderzoekt om van het ingedutte centrum een bruisend geheel te maken.

"We denken aan een tijdelijk experiment", meldt wethouder van Economische Zaken, Wimar Jaeger. "De grondslag hiervan is dat mensen die wonen en werken op de Kerkbrink zelf het beste weten wat goed is voor hun plein. Dat weten ze beter dan wij hier in dit grote, gele raadhuis."

Alle pleinen in het centrum krijgen hun eigen karakter, identiteit en functie. Meer duidelijkheid, minder een ratjetoe, is het devies. Per definitie heeft de gemeente daar de rol van aanjager. Het echte werk moet komen van alle betrokken partijen. Dit is immers de participatiesamenleving en daarnaast heeft Hilversum ook niet de financiële middelen om alle plannen zelf te realiseren. De inhaalslag is een verantwoordelijkheid van gemeente, inwoners en ondernemers.

Bij een mogelijk experiment op de Kerkbrink gaan bestaande regels van tafel. Voorwaarden aan de vergunningsaanvragen, over de grootte van het terras, de kleur van de luifels of de sluitingstijden gelden dan niet meer. Het is aan de gebruikers van het plein om met een breed gedragen invulling te komen. "Wat gebeurt er als zij zelf kunnen bepalen? Zeg dat ze een terras willen. Dan moeten wij daar de randvoorwaarden voor scheppen en niet vragen om in zestienvoud een vergunning aan te vragen. Korte lijnen, snel schakelen. Het draait om een kwalitatief goed plein voor de Kerkbrink. Zo gaan bijvoorbeeld vanaf 14 december zeven van de twaalf bussen het plein af", meldt VVD'er Floris Voorink, wethouder Ruimtelijke Ordening en Verkeer. Hij wil ook de andere bussen weren, maar dat kan pas over een jaar.

Vorige week dinsdag. Het voltallige college van burgemeester en wethouders is te gast bij het ROC. Tientallen studenten wonen het wekelijkse persuurtje bij. Nadat de aanwezige schrijvende journalisten de mededelingen hebben gehoord en vragen hebben gesteld, wil het gemeentebestuur weten wat voor studentenvlees ze in de kuip hebben. "Wat vinden jullie bijvoorbeeld van het centrum?", is het balletje dat wordt opgeworpen. Na wat aandringen krijgen ze enkele antwoorden met als conclusie dat Hilversum maar weinig te bieden heeft.

Imagoprobleem
Twee dagen later geven beide heren toe dat deze opmerkingen eerder regel dan uitzondering zijn. "Dit is waar wij iedere dag mee te maken hebben", stelt Jaeger. Op veel fronten kampt het centrum met achterstallig onderhoud. Te lang is er eigenlijk niets gebeurd. Andere politieke keuzes hebben geleid tot een Hilversums hart dat een aantal bypasses nodig heeft. "Hilversum heeft gedeeltelijk een imagoprobleem", zo stelt Voorink. "We zullen geen studentenstad worden als Groningen of Leiden, maar het mag wel wat spannender en bruisender."

Daar hoort een aantrekkelijke winkelstraat bij en ook de mogelijkheid om te kunnen wonen boven de winkels. Dat is een ambitie die al jaren hoorbaar is, maar waar men nooit echt mee aan de slag is gegaan. Met het 199 bovenwoningenplan moet daar verandering in komen. Met betaalbare en relatief eenvoudige huizen moet het centrum meer jonge mensen gaan trekken. Een van de grootste problemen is te zorgen voor aparte ingangen voor winkels en woningen. De gemeente moet minder krampachtig omgaan met vergunningen, zoals verplichte parkeerplaatsen per woning, waardoor wonen in de Kerkstraat niet zo veel rompslomp met zich meebrengt.

Tevens moeten ruimtes boven winkels tot appartementen omgebouwd worden om betaalbaarheid te kunnen garanderen. "Dit is het enige gebied in Hilversum waar we nog wel meervoudige bewoning willen", benadrukt Voorink. De extra huurinkomsten moeten de ondernemers meer financiële lucht geven. Daardoor kunnen zij zich meer richten op marktconforme prijzen in de detailhandel.

Beide wethouders hameren op een gevarieerd winkelaanbod. Hilversum moet een goede mix krijgen van grote ketens en kleine authentieke winkels. Hoewel de gemeente hier geen zeggenschap over heeft, meent Jaeger dat er wel degelijk invloed op uit te oefenen is. Van belang is goed te weten wat je nu exact voor ondernemingen wilt hebben. "Met een club als het Stadsfonds moeten we de discussie aanzwengelen over wat we missen, wat er moet zijn en wat de icoonbedrijven zijn die we hier willen hebben. Die bedrijven moeten vervolgens benaderd worden, want het moet wel een centrum met allure worden."

Verkeer
Wie Hilversum zegt, komt direct uit op verkeer. De bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers én het autoverkeer is absoluut een issue. Seth Gaaikema, de onlangs overleden cabaretier, grapte jaren geleden al dat nietsvermoedende automobilisten maar zijn blijven wonen in Hilversum, omdat er ze vanwege al dat eenrichtingsverkeer niet meer uitkwamen. Voorink beaamt het probleem en wil een einde maken aan het 'toeristische rondje', zoals hij het noemt. Een van de aangedragen oplossingen is het invoeren van tweerichtingsverkeer op de Emmastraat en de Schapenkamp. "Het streven is om dit in de komende collegeperiode te bewerkstelligen. Op de Schapenkamp is tweerichtingsverkeer relatief moeiteloos te realiseren op het gedeelte tussen de Beatrixtunnel en Cartouche. Daar is ruimte voor, want vroeger kwam het verkeer daar ook van beide kanten. Het mooie is dat er daarmee meer ruimte is voor groen."

Voorink wil het gemotoriseerde verkeer meer om het Langgewenst heen laten rijden. Dat maakt de situatie voor voetgangers en fietsers bij de Stationsstraat beter. De oversteek van de Groest naar het marktterrein wordt een stuk veiliger. Dat mag niet leiden tot meer verkeer op de Koninginneweg en meer drukte voor de kleine spoorbomen. "Het laatste wat ik wil is een file bij die overgang. Daar moet iets voor verzonnen worden. We kijken naar alle opties en zullen een afweging maken."

Op de rol staat nog een opknapbeurt van het Langgewenst. De komst van de nieuwe bioscoop is een goede start, maar er is nog meer werk aan de winkel. Dat gaat eveneens op voor het Stationsplein. Voor mensen die een dagje naar Hilversum komen met de trein of de bus is het volstrekt onduidelijk waar het centrum is. De bewegwijzering laat te wensen over, maar zo moet ook de Leeuwenstraat een meer uitnodigende uitstraling krijgen.

Leeuwenstraat
"Dit is toch een straat die veel van zijn glans verloren heeft", stelt Jaeger. "Dit is een van de straten die wij op het oog hebben om een boost te geven. Als iedereen dat wil, gaan bewoners, ondernemers, medewerkers van de plantsoenendienst en ook de wethouder op een zondag met elkaar de straat opknappen. Daarbij gaat het om kwaliteit, inzet en betrokkenheid van de mensen. Bewoners, ondernemers en werknemers hebben medeverantwoordelijkheid. Zij kijken er iedere dag op uit. Als het geld kost, zal iedereen centen in het potje moeten doen, want we steken er zeker niet alleen geld van de belastingbetaler in."

Mediastad
Media stroomt door de aders van Hilversum. Dat zit in het DNA, maar dat mag beter zichtbaar. Te veel en te vaak blijft de Hilversumse bloedgroep hangen op het Mediapark, terwijl de historie bijvoorbeeld wel degelijk aanwezig is het centrum. Daarom vindt het college het belangrijk dat de gebouwen van KRO en AVRO bewaard blijven en moet Hilversum met een gereanimeerd mediafestival beter op de kaart worden gezet.

Als ander voorbeeld noemt Jaeger de Top 2000-route. Jaarlijks komen duizenden mensen in de laatste week van het jaar naar Beeld en Geluid om een glimp op te vangen van de jaarlijkse hype rond de lijst met de 2000 beste liedjes. Met meer reuring in het centrum blijven die bezoekers langer hangen. Hij stelt voor dat Hilversume cafés bijvoorbeeld popquizzen houden, coverbands laten spelen of zorgen voor livestreams met het Nederlands Instituut. "Doordat je het jaarlijks opnieuw organiseert, moet dit gaan groeien. Maar dit moet wel gedragen worden. Kroegeigenaren moeten plannen maken, de gemeente wil graag helpen, maar de reuring moet komen van de ondernemers", zegt de democraat stellig.