'Ik merk dat ik moe word, het verzorgen van mensen met corona is intensief en emotioneel.'
'Ik merk dat ik moe word, het verzorgen van mensen met corona is intensief en emotioneel.' Foto: © Foto Miché / Bastiaan Miché

'Toen de hel losbrak in Brabant wist ik: er is geen ontkomen aan'

Dat het zo'n vaart zou lopen had ook zij niet verwacht. Maar de ernst van Covid-19 is echt wel tot verpleegkundige Lisette doorgedrongen. Doodzieke mensen die weken op hun buik liggen, door een draaiteam dagelijks worden verlegd, bezorgde familieleden, lange diensten. Ze is blij dat ze haar steentje bij kan dragen, maar wil ook zo graag dat het weer normaal wordt.

HILVERSUM Ja, het gaat de goede kant op, maar we zijn er nog niet, waarschuwt Lisette Westbroek. De 41-jarige Hilversumse zorgt sinds eind maart voor coronapatiënten in het Amsterdam UMC, locatie AMC op de afdeling PACU. De geruchten dat 'alleen maar oudere mensen eraan overlijden' haalt de verpleegkundige onmiddellijk uit de lucht. Ook mannen die bijna met twee vingers in hun neus triatlons liepen, waren niet in staat het venijnige virus neer te sabelen. Ze bedoelt maar.

Westbroek is een van de vele gezichten die schuil gaat achter beschermende kleding. In haar ogen een twinkeling als ze over haar vak vertelt. Ooit twijfelde ze even: zou ze Pabo doen en juf worden, of ging ze voor HBO-V: een saaie opleiding, maar die er uiteindelijk voor zorgde dat ze doet waar ze goed in is: mensen verplegen. "Misschien ook wel genetisch bepaald", vertelt ze. "Mijn vader werkte bij de GGD, mijn tien jaar oudere zus is huisarts. Bij ons thuis ging het vaak over medische zaken en de verhalen die werden verteld, vond ik interessant."

Na haar opleiding belandde Westbroek op de afdeling Interne Geneeskunde van het AMC en werd mediumcareverpleegkundige. Al die jaren dat ze in de zorg werkt, bleef ze honger houden naar meer kennis. "Belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen en te onderzoeken waar mijn krachten liggen. Ik ging ook de hoek van het managen in, combineerde ik leidinggeven met zorg aan bed. Maar uiteindelijk kom ik er steeds meer achter dat mijn kracht ligt in het verzorgen van patiënten en die zorg te verbeteren met het opzetten en geven van trainingen."

Alert zijn

Als highcareverpleegkundige werkt ze nu op de post-anesthesia care unit, kortweg PACU. Op deze afdeling zorgt ze voor patiënten die tot 24 uur na de operatie intensieve bewaking of behandeling nodig hebben. "Ik houd van de diversiteit van mijn werk. Ik heb te maken met baby's, maar ook met honderdplussers. Met mensen die uiteenlopende ingrepen moeten of hebben ondergaan. Ik ontvang ze, stel ze gerust, geef informatie over de operatie. Ik verleen acute zorg, reageer alert als dat nodig is en kan echt iets betekenen voor iemand. Daarvan word ik blij. Ik ben soms een strenge zuster, maar met een reden," lacht Westbroek.

Doodziek

'Het eerste dat diegene ziet,is een maanmannetje'

Sinds eind maart is ze van de PACU af gehaald en helpt ze op de IC, waar wekenlang doodzieke mensen verblijven. Net als vele andere Nederlanders dacht de Hilversumse ook dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen met dat Covid-19. "Ik zag het nieuws, de brandhaard in China en dacht: dat is ver van mijn bed. Dat is gewoon een griepje, paniek om niks. Totdat ik zag dat in Brabant de hel losbrak en er geen ontkomen meer aan was."

Alle hens aan dek, dat was het parool van het AMC. Van verschillende afdelingen waren medewerkers nodig om paraat te staan op de IC. Ook Westbroek was er nodig en ze wilde dan ook haar steentje bijdragen in deze idiote tijd. De voorbereidingen werden in razend tempo getroffen. Personeel kreeg scholing en informatie over het virus en over de complexe beademing die nodig is voor coronapatiënten. Veel aandacht werd besteed aan de beschermende kleding. Dat dit geen kinderspel was, werd snel duidelijk. "Ik mag niets meenemen naar de IC, alleen mijn naambadge. Mijn werkkleding bestaat uit een beschermingsbril, mondkapje, een muts, schort met lange mouwen en handschoenen. Vooral het masker was en is wennen. Het zit strak en als ik het aan het eind van de dag afdoe staan de striemen in mijn gezicht. Bovendien heb je de hele dag iets voor je mond waarin je ademt en niest."

Een plaspauze

Tijdens de voorlichting werd het personeel dat op de IC aan de slag zou gaan verteld dat ze één keer op een dag een pauze hebben waarin kan worden gegeten en geplast. De reden: de beschermende kleding die nodig is, is schaars. Alleen het schort met lange mouwen kan vaker binnen één dienst worden gedragen, de rest wordt gerecycled. Ja, het is zwaar, geeft Westbroek toe. Zeker na twee maanden keihard werken. "Ik merk dat ik moe word, het verzorgen van mensen met corona is intensief en emotioneel. Ik heb echtparen verzorgd waarvan bijvoorbeeld de man overleed terwijl zijn vrouw op haar buik in coma werd gehouden. Als een arts haar moet vertellen als ze na een week of drie bijkomt dat de liefde van haar leven er niet meer is, is dat hard. Mensen die net bijkomen en facetimen met hun familie. Die het scherm van de iPad aaien, tranen over hun wangen, maar nog geen woord kunnen uitbrengen. Dat doet wat met je." Maar ook het gevoel even nergens bij te horen, begint op te breken. "Je moet je voorstellen dat iedereen van een andere afdeling is geleend en bij elkaar wordt gezet. Je mist je collega's die je door en door kennen. Het is hard werken op de IC, alle handjes zijn hard nodig. We hebben draaiteams, mensen die patiënten elke dag voor even omdraaien. Orthopeden en kinderartsen helpen door dagelijks familieleden te bellen en uitgebreid te informeren over de toestand van hun geliefde. Wij hebben onze handen vol aan de zorg voor de patiënt en minder tijd voor de familie, terwijl die staat te springen om informatie. Ja, een saamhorigheidsgevoel geeft het zeker."

Contact met de patiënten heeft ze niet. Tot het moment dat iemand bijkomt. "Het eerste dat diegene ziet, is een maanmannetje, hij kan alleen mijn ogen zien en via een letterkaart iets duiden. Want praten gaat natuurlijk niet. Het moment dat iemand gaat videobellen ontroert me telkens weer. Opeens wordt iemand een vader, een partner, een opa. Als ik kinderen dan tijdens het videobellen hoor zeggen: 'o papa, we missen je zo, houd vol, we houden van je' is het isolatiemateriaal dat ik draag best even handig en zijn mijn tranen minder zichtbaar."

Ontspannen doet de Hilversumse bij haar buurvrouw met wie ze regelmatig eet. "Bestellen we maaltijden bij de lokale horeca en praten we bij. Dan kan ik weer even op adem komen. Kom ik ook door met een andere vriendin te wandelen. Heerlijk vind ik dat. Ik mis de sportschool, ik mis mijn sociale contacten. Mijn collega's en ik worden moe, willen weer dat het gewoon wordt. Maar dat ik iets kan betekenen in deze absurde situatie houdt me op de been."